Friday, February 21, 2014

Cusco – City Tour – deel 2

In de kathedraal bevinden zich verschillende Christelijke kunstvoorwerpen. Sommige van deze voorwerpen zijn bij uitstek voorbeelden van koloniaal vakmanschap. Deze voorwerpen betreffen onder meer:
  • Het Altaar: De kathedraal heeft 2 altaren: het originele elshouten altaar achterin de kerk. Voor dit altaar bevindt zich het zilveren altaar wat momenteel gebruikt wordt. Dit altaar is gemaakt van cederhout en was in eerste instantie bedekt met bladgoud. In 1803 doneerde de bisschop Heras het zilver. Dit werd vervolgens geslagen en daarna aangebracht op het altaar.
  • De Maria Angola klok (bel): De rechter toren van de kathedraal herbergt de Maria Angola. Dit is een klok die 2,15m hoog is en ongeveeer 6.000 kilo weegt. De klok is gegoten in 1659 en vernoemd naar een Angolese slaaf, die op basis van een lokale traditie goud gooide in de smeltkroes waar de klok gemaakt werd. Aangezien de klok gescheurd is, wordt hij alleen nog maar geluid tijdens speciale gelegenheden Het gerucht gaat dat de klok dan meer dan 30km verderop nog te horen is.
  • De Sacristie is een deel van de kathedraal waar veel versieringen en decoraties zijn aangebracht. Zo hangen er vele allegorische (symbolische) schilderijen van de schilder Marcos Zapata uit de 18e eeuw. Ook hangen er vele portretten van de verschillende bisschoppen van Cusco. In de sacristie hangt ook een schilderij van de kruisiging. Over dit schilderij bestaat enige discussie aangezien een deel van de kenners zegt dat het geschilderd is door de Nederlander Anthony van Dyck, terwijl anderen zeggen dat het mogelijk geschilderd is door de Spaane schilder Alonso Cano uit de 17e eeuw.
  • De Zwarte Christus: Dit houten kruisbeeld is zwart door eeuwenlange blootstelling aan stof en rook. Het beeld is niet gerestaureerd en gereinigd tijdens de renovatie van het interieur van de kathedraal in 1990. Na deze renovatie was het tevens niet meer toegestaan om kaarrsen aan te steken in de kathedaal. Eenmaal per jaar wordt het kruisbeeld naar buiten gebracht tijdens de heilige week voor de processie van de “Heer van de Wonderen”. Deze processie vindt plaats op de maandag na Palmzondag. Dit als herinnering aan de aardbeving in 1650.
Helaas mochten we in de kerk geen foto’s maken. Volgende week nog een laatste stukje over de kerk en daarna gaan we de omgeving rondom Cusco verkennen. J











Enkele shots van het centrum van Cusco aangezien er in de kerk geen foto's gemaakt mochten worden. En ja, er is zelfs een Starbucks :)

Sunday, February 16, 2014

Cusco – City Tour

Het eerste deel van de City Tour was een bezoek aan de kathedraal van Cusco ook wel de kathedraal van Santo Domingo genaamd. De kerk bestaat technisch gezien uit 3 delen en de kathedraal van Santo Domingo is het hoofddeel van de kerk. Verder heb je de Iglesia del Triunfo en de Iglesia de le Compania de Jesus. De delen zijn intern met elkaar verbonden en het gehele complex is in 1983 op de Unesco wereld erfgoedlijst geplaatst.

De bouw van de kathedraal begon in 1559 op de fundamenten van de Kiswarkancha. De Kiswarkancha was een tempel die de Inca’s eerder op deze plek gebouwd hadden. Het doel van het bouwen van de kerk op deze locatie was het uitbannen van de oorspronkelijke Inca religie en het invoeren van het katholieke geloof door de Spaanse overheersers.

Het oorspronkelijke ontwerp van het 4.000m2 grote project was getekend door de Spaanse architect Juan Miguel de Veramendi. Het ontwerp was gebaseerd op een kruis met 3 delen. Het dak werd ondersteund door slechts 14 pilaren. Gedurende de 95 jaar die de bouw geduurd heeft, werd deze overzien door Spaanse priesters en artchitecten tot aan de voltooiing in 1654.

De meeste stenen die gebruikt werden voor de bouw van de kerk kwamen uit Saqsaywaman, wat een heilige plaats is voor de Inca’s gelegen in de bergen net buiten Cusco. Het gebruik van deze stenen was wederom een poging zoveel mogelijk van het Inca geloof proberen uit te bannen door heilige Inca plaatsen te vernietigen of zeer grote schade toe te brengen.

De kathedraal is grotendeels gebouwd in Gothisch Renaissance stijl overeenkomstig de overheersende bouwstijl in Spanje in die tijd. Er zijn echter ook enkele barok-elementen terug te vinden in het gebouw.

Aangezien voor de bouw van de kerk vele Inca’s gebruikt werden, hebben zij toch de mogelijkheden gezien om (stiekem) een aantal van hun inheemse religieuze symbolen gedurende de bouw aan te brengen in de structuur. Een voorbeeld is de uitgehouwen kop van een jaguar verwerkt in de deuren van de kathedraal. De kop van een jaguar is een religieus symbool wat veel gebruikt werd binnen de Inca religie.

Verder bevinden zich vele kunstvoorwerpen in de kathedraal, maar daarover en over de andere 2 kerken zal ik meer vertellen in een volgende post.











Foto's van Cusco.

Sunday, February 9, 2014

Cusco

Cusco is een stad in het Zuid-Oosten van Peru en wordt ook wel gespeld als Cuzco. De stad ligt vlakbij de Urubamba-vallei in het Andes gebergte. Het is tevens de hoofdstd van de gelijkname regio en ook de provincie. De stad heeft net iets minder dan 360.000 inwoners en ligt op 3.400 meter hoogte. Het heeft tevens een (internationaal) vliegveld aangezien het dient als toegangsportaal tot Machu Picchu.

Vanwege de hoogte is de lucht er erg ijl en is het dus aan te raden om zeker even een dag te acclimatiseren voordat je doorreist naar Machu Picchu. Cusco is de historische hoofdstad van het Inca-rijk en is in 1983 op de Unesco Wereld-erfgoedlijst geplaatst. Het is tevens op basis van de Peruviaanse grondwet aangewezen als historische hoofdstad van Peru.

De inheemse naam van de stad is Qusqu. Alhoewel het zo werd aangeduid in de Quechua taal, vindt het zijn oosprong in de Aymara-taal. Het woord zelf komt oorspronkelijk van het zinsdeel: “qusqu wanka” oftewel “rots van de uil”, wat verwijst naar de mythe van de Ayar tweeling over het ontstaan van de stad. Een van de tweeling kreeg vleugels en vloog naar de locatie waar de toekomstige stad gesticht zou worden. Daar aangekomen veranderde hij in een rots om de bezetting van het land te markeren.

Het is mooi weergegeven in de volgende passage van Juan Diez de Betanzos in “Suma y narración de los incas”.

“Vlieg erheen en door er te gaan zitten, neem bezit van de grond waar de mijlpaal verschijnt, want dan zullen we ons daar vestigen en gaan wonen”. Ayar Auca, na de woorden van zijn broer gehoord te hebben, vloog naar de plaats die hem Manco Cápac hem aan gaf. Hij zette zich er en veranderde er in een rots om de in bezitname te markeren. Dit soort markering droeg in de oorspronkelijke taal van deze vallei de naam Cozco wat tevens de naam van de stad zou worden.

De Spaanse overheersers namen de naam over in hun taal en vertaalden het als Cuzco. Cuzco is tevens de standaard spelling zoals het in de koloniale tijd gebruikt werd in alle officiële documenten en kronieken. Gedurende de jaren werd zowel Cuzco als Cusco gebruikt wat qua uitspraak nog erg dicht bij de oorspronkelijke uitspraak in de Quechua taal lag.


In 1976 heeft de burgemeester van de stad een decreet uitgevaardigd. Op basis van dit decreet werd de tradionele spelling niet langer geaccepteerd werd. Dit als gevolg van het feit dat de talen over de jaren ge-evolueerd zijn en als gevolg hiervan Cuzco weining gelijkenis meer vertoonde met hoe het oorspronkelijk gespeld werd in de Quechua taal. Dus Cuzco met een “z” werd ingeruild voor Cusco met een “s”.

Sunday, February 2, 2014

Lima – deel 2

Onderdeel van de reis naar Peru was een tour door het stadscentrum van Lima. Het stadscentrum heeft veel oude koloniale Spaanse invloeden. Een van de pleinen die zeker een bezoekje waard zijn, is het Plaza San Martin.

De inwijding van het Plaza San Martin gebeurde in 1921 tijdens de viering van 100 jaar onafhankelijkheid in Peru. Op het centrale deel van het plein zie je een groot standbeeld ter ere van generaal Jose de San Martin gemaakt door de Catalaanse beeldhouwer Mariano Benlliure. Aan dit plein liggen enkele belangrijke gebouwen waaronder het voormalige hotel Bolivar wat tot ongeveer het jaar 2000 met meest chique en elegante hotel van Peru was en ook de Club Nacional. Club Nacional is de plaats waar de elite van Lima graag samenkomt.

Verder is er het Plaza Mayor. Hier heeft Francisco Pizarro Lima gesticht en is in 1821 de onafhankelijkheid uitgeroepen. Aan het plein liggen het Presidentiële Paleis, het gemeentehuis van Lima, de Kathedraal en het paleis van de aartsbisschop.

Daarnaast is zeker het Convento de San Francisco (Klooster van de heilige Sint Franciscus) een bezoekje waard. Het klooster ligt op loopafstand van het Plaza Mayor en is in 1991 op de Unesco Wereld Erfgoedijst geplaatst. Naast een kerk en een klooster bevat het complex ook een bibliotheek en catacomben. Deze catacomben dienden tevens als Lima’s eerste begraafplaats tot 1808 toen er een begraafplaats buiten de stad in gebruik genomen werd. De catacomben werden ontdekt in 1943 en men vermoedt op basis van schattingen dat er ongeveer 70.000 mensen begraven zijn.

Het klooster werd ingewijd in 1673, terwijl de bouw pas voltooid werd in 1774. De kerk is beroemd vanwege de Spaanse Baroque architectuur. Het uit graniet opgetrokken toegangsportaal heeft als inspiratie gediend voor vele andere kerken inclusief de Merced kerk. De kluizen van het centrale deel van de kerk alsmede de twee zijdelen (ook wel schepen genaamd)  zijn geschilderd in de zogenaamde Mudejar stijl wat een mix is van Moorse en Spaanse stijlen. Het hoofdaltaar is volledig uit hout gesneden en de gangen van het belangrijkste deel van het klooster zijn ingelegd met tegels afkomstig uit Sevilla van rond 1620.

De bibliotheek is wereldberoemd en bezit ongeveer 25.000 antieke teksten. Sommige van deze antidateren de koloniale periode. Enkele noemenswaardige boeken in de collectie zijn het eerste Spaanse woordenboek, gepubliceerd door de Koninklijke Spaanse Academie en een Bijbel van 1571-1572 die gedrukt was in Antwerpen. Naast een uitgebreide collectie boeken bezit het klooster ook een collectie schilderijen waarvan enkele afkomstig zijn uit de school van Peter Paul Rubens.

Het klooster bestond oorspronkelijk uit zeven delen te weten: de binnenplaats, St Bonaventure, St Franciscus Solanus, Pepertuin, de Ziekenzaal, Noviciaat en de Derde Orde. Tijdens de aanleg van Avenida Abancay in de jaren 1940 zijn delen van het klooster inclusief St Bonaventure gesloopt en de Derde Orde  werd daardoor gescheiden van de rest van het klooster.

Een deel van het St Franciscus klooster werd in 1841 gedoneerd aan de Stichting Algemeen Welzijn en werd onderdeel van het Ruiz Dávila Gasthuis. Een ander deel wordt momenteel gebruikt door de Peruviaanse Landelijke Politiedienst.

Een leuk detail is overigens dat veel oude gebouwen in Lima aan de buitenkant houten balkons hebben. Deze balkons hebben wel iets weg van Franse balkons en zijn veelal volledig “dicht”. Je kunt namelijk wel van binnen naar buiten kijken maar niet altijd van buiten naar binnen. Het was destijds namelijk gebruikelijk voor vrouwen om zich niet in het openbaar op straat te begeven. Via deze balkons konden zij dan echter toch zien wat er zich op straat afspeelde en iets van het openbare leven meekrijgen zonder dat ze in het openbaar gezien werden.


Jose de San Martin



De Balkons



Presidentiele Paleis

de hypermoderne Peruviaanse politie :)


Klooster van de heilige St. Franciscus