Sunday, June 29, 2014

Ollantaytambo – deel 4

De Inca’s hebben ook verschillende opslagruimtes gebouwd op de heuvels rondom Ollantaytambo van onbewerkte stenen. Deze opslagruimtes werden qollqa genoemd in de locale Quecha-taal en werden gebouwd in de hoger gelegen delen. Op deze hoger gelegen delen was er meer wind en lagere temperaturen. Deze omstandigheden boden betere bescherming tegen bederf van de goederen, voornamelijk landbouwproducten die op de omliggende terrassen verbouwd werden en die vervolgens in de ruimtes opgeslagen werden. Bederf werd verder tegen gegaan door ingenieus aangelegde ventilatiesystemen. Graan werd in de opslagruimtes gegoten door de ramen aan het hoger gelegen deel en er vervolgens uigehaald via het raam aan het lager gelegen deel.

De hoofdmijnen en –groeves van Ollantaytambo waren gelegen in Kachiqhata in een ravijn aan de overkant van de Urubamba-rivier ongeveer 5 kilometer buiten de stad. De locatie heeft 3 delen waar ertsen, mineralen en voornamelijk stenen gewonnen werden: Mullup'urku, Kantirayoq, and Sirkusirkuyoq. Alle 3 de locaties produceerden stenen die gebruikt werden voor de gebouwen die op Tempel-hill gebouwd zijn. Een uitgebreid netwerk van wegen, oplopende en aflopende delen verbonden de mijnen met de gebieden waar de structuren gebouwd werden. Dit om het transport van de stenen te vergemakkelijken. In de mijnen vindt men ook verschillende chullpas. Dit zijn smalle torens gemaakt van steen. Deze werden gebruikt als graven in de tijd voor de Spaanse overheersing. Vermoedelijk werden deze gebruikt om de mensen te begraven die tijdens het werk in de groeves en mijnen om het leven kwamen.

Aangezien Ollantaytambo omgeven is door bergen, lopen de de hoofdtoegangswegen door de Urubamba-vallei. Hier hebben de Inca’s wegen gebouwd die Ollantaytambo verbonden Machu Picchu in het Westen en Pisaq in het Oosten. Tijdens de Spaanse pogingen Peru te veroveren, versterkte Keizer Manco de verdedigingslinies aan de Oostkant om te proberen de Spanjaarden tegen te houden. Het eerste deel van deze versterkte verdedigingswerken was een serie stijle terrassen bij Pachar vlakbij het punt waar de Anta en Urubamba-rivieren samenkomen. Achter deze terrassen hebben de Inca’s de Urubamba-rivier gekanaliseerd zodat de rivier de vallei tweemaal “oversteekt”: eenmaal van rechts naar links en vervolgens weer terug. Dit zorgde voor 2 extra verdedigingslinies. Deze werden verder versterkt door de forten van Choqana op linkeroever en Inkapintav gelegen op de rechteroever achter de twee eerder genoemde rivierlijnen. Achter deze forten lagen 11 hoge terrassen die de vallei volledig afsloten tussen de bergen, gevolgd door een diepe, smalle vallei die gevormd was door de Urubamba-rivier. De enige manier om de weg vanaf hier te vervolgen richting Ollantaytambo was door de poort van T'iyupunku, een dikke verdedigingsmuur met 2 smalle doorgangen.

Aan de Westkant werd de toegang tot Ollantaymbo vanuit Machu Picchu verdedigd door het fort van Choquequillca. In het geval deze forten en verdedigingswerken niet zouden volstaan of overlopen zouden worden, boden de hoge terrassen van Tempel-hill een laatste verdedigingslinie tegen indringers.

Saturday, June 21, 2014

Ollantaytambo – deel 3

'Araqhama grenst in het Westen aan Cerro Bandolista, een steile berg waarop de Inca’s een ceremonieel centrum gebouwd hebben. De terrassen van Pumatallis zijn aangelegd op het deel van de berg dat uitkijkt over de stad en aan beide zijden geflankeerd door rotsen. Vanwege het indrukwekkende karakter van deze terrassen staat Tempel Hill ook wel bekend als “Het Fort”. Deze naamgeving is echter niet helemaal correct aangezien Tempel Hill voornamelijk voor religieuze doeleinden werd gebruikt en niet voor defensieve doeleinden. De hoofdingang naar het ceremoniële centrum is bestaat uit een serie trappen die naar het plateau bovenop de berg leiden. Het ceremonieel centrum aan de voet van de serie trappen is verdeeld in drie delen: het midden-gedeelte wat voor de terrassen ligt, het tempel-gedeelte in het Zuiden en het gedeelte wat gebruikt werd voor begrafenissenin het Noorden.

Het tempel-gedeelte is opgetrokken uit stenen die uitgehouwen zijn in specifieke pasvormen. Dit in tegenstelling tot de twee andere delen van Tempel Hill die opgetrokken zijn uit ruwe onbewerkte stenen. Het is toegankelijk via een trap die eindigt op een terras met een half afgebouwde toegangspoort. Achter de toegangspoort, vind je een een open ruimte met twee onafgebouwde monumentale muren. Het belangrijkste gebouw van dit gedeelte is de Zonnetempel. Helaas is deze tempel niet afgebouwd, maar het herbergt wel de muur met de 6 monolieten. Het midden-gedeelte en het begrafenis-gedeelte herbergen enkele rechthoekige gebouwen waarvan sommige uit twee etages bestaan. Ook vindt men hier enkele fonteinen.

“Het bad van de prinses” is een fontein aan de voet van de ruïnes. De onafgebouwde structuren en de hoeveelheid stenen  blokken en afval die je op de site aantreft duiden erop dat de bouw nog in volle gang was toen de stad verlaten werd. Aan sommige blokken kun je zien dat ze uit reeds afgebouwde muren gehaald zijn. Dit duidt erop dat er een grootschalige verbouwing gaande was. Het is niet bekend welke gebeurtenis in de geschiedenis ervoor gezorgd heeft dat de bouw gestopt werd, maar men vermoedt dat het kan komen door de opvolgingsoorlog tussen Huáscar en Atahualpa, de Spaanse verovering van Peru en de terugtrekking van Manco Inca van Ollantaytambo naar Vilcabamba.

In zowel de vallei van de Urubamba als die van de Patakancha rivier rondom Ollantaytambo zie je een groot aantal terrassen die voor agrarische doeleinden gebruikt werden. De terrassen beginnen aan de voet van de heuvel en zijn vervolgens tegen de heuvel opgebouwd. De terrassen zorgden ervoor dat er producten verbouwd konden worden op terrein wat daar anders niet geschikt voor was. De terrassen zorgden er ook voor dat de Inca’s gebruik konden maken van de verschillende ecologische zones die je aantreft op verschillende hoogtes op de berg. De terrassen in Ollantaytambo zijn gebouwd op basis van een hogere standaard dan die voor reguliere terrassen in andere gebieden gebruikt werd. Zo zijn de muren hoger en zijn deze gebouwd met behulp van uitgehouwen stenen in plaats van onbewerkte stenen. Andere plaatsen waar dit soort terrassen terug te vinden zijn, zijn de koninklijke landgoeden zoals die in Chincero, Pisac en Yucay.

Een groep verzonken terrassen vindt men ten Zuiden van Ollantaytambo’s Plaza de Armas. Deze terrassen lopen helemaal door tot aan de Urubamba rivier. De terrassen zijn ongeveer 700 meter lang, 60 meter breed en 15 meter lager dan de omliggende terrassen. Op basis van de vorm van worden deze terrassen ook wel Callejón genoemd, wat het spaanse woord voor steeg(je) is. De grond in de Callejón wordt beschermd van de wind door laterale muren. Deze muren absorberen ook het zonlicht gedurende de dag en geven dit gedurende de nacht weer af. Hierdoor wordt een microklimaat gecreëerd wat 2 tot 3°C warmer is dan de grond erboven. Hierdoor kunnen de Inca’s producten die normaal alleen op lagere delen groeien ook op hoger gelegen delen verbouwen.

Aan het Zuidelijke einde van de Callejón met uitzicht over de Urubamba rivier ligt een Inca site genaamd Q'ellu Raqay. De manier waarop de gebouwen en pleinen in Q’ellu Raqay met elkaar verbonden zijn is uniek en anders dan de normale 1-kamer structuur die men normaliter in de Inca architectuur tegenkomt. Aangezien de site geïsoleerd ligt van de overige delen van Ollantaytambo and omringd is door uitgestrekte terrassen, vermoedt men dat het een paleis was dat gebouwd was voor Keizer Pachacuti.




















Friday, June 13, 2014

Ollantaytambo – deel 2

De stad Ollantaytambo ligt aan de oevers van de Patakancha rivier, vlakbij het punt waar de Patakancha en de Willkanuta rivieren samenkomen. Het hoofddeel ligt aan de linkerkant van de Patakancha en een kleiner deel genaamd ‘Araqhama ligt aan de rechterkant. Het ceremoniële centrum ligt voorbij ‘Araqhama op een heuvel genaamd Cerro Bandolista. In de omgeving vind je verder nog verschillende Inca structuren. Ik zal hieronder en in volgende posts een deel van deze structuren beschrijven.

Het hoofddeel van de stad heeft een orthogonale lay-out (veel rechte hoeken). Dit komt doordat de stad 4 straten in de lengterichting heeft. Deze straten worden gekruisd door 7 parallelle straten. Op de locatie van het centrum van de grid hebben de Inca’s een groot plein aangelegd wat vermoedelijk de omvang had van 4 blokken. Het was open aan de Oostkant een omgeven door hallen en andere gebouwen aan de andere drie zijdes. Alle blokken in het Zuidelijke deel van de stad zijn in dezelfde stijl gebouwd: 2 kancha wat neerkomt op een ommuurd compound met vier 1-kamer vertrekken rondom een centrale binnenplaats. De gebouwen aan de Noordzijde zijn gavarieerder qua bouwstijl, maar de meeste verkeren in een dusdanig slechte staat dat de orginele indeling zeer moeilijk vast te stellen is.

Typische toegangsportalen zoals men deze had in de Inca-tijd kun je nog steeds terugvinden in de stad. Het is altijd belangrijk om te krijgen naar de latei oftewel het deel boven de deur/deurpost om te zien of deze uit 1 stuk steen gemaakt is. Een latei die uit 1 stuk gemaakt is, is een belangrijk symbool binnen de Inca cultuur. Ollantaytambo dateert van de laat 15e eeuw en herbergt enkele van de oudste continue bewoonde huizen in Zuid-Amerika. Dus een deel van het originele karakter is bewaard gebleven. Later is door andere bouwwerken het karakter van de stad wel enigszins aangepast.

‘Araqhama is de Westelijke verlenging van het hoofddeel aan de overkant van de Patakancha rivier. Het heeft een groot plein genaamd Manyaraki, omgeven door constructies opgetrokken uit klei en half gehouwen / geslepen stenen. Deze gebouwen zijn over het algemeen groter qua oppervlakte dan de gebouwen aan de overkant van de rivier in het hoofddeel/centrale deel van de stad. Deze gebouwen hebben ook hoge muren en grotere/oversized deuren. Richting het Zuiden zijn er andere gebouwen maar deze zijn kleiner en opgetrokken uit natuurlijke, onbewerkte/ongehouwen stenen. ‘Araqhama is continue bewoond geweest sinds de Inca-tijd. Dit is bewezen door de katholieke kerk aan de Oostkant van het plein. Richting het Noorden voorbij Manyaraki zijn er verschillende sanctuaria met uitgehouwen stenen, rotsen met gebeeldhouwde gezichten en uitgebreide waterwerken inclusief de Watertempel (Templo de Agua) en Baño de la Ñusta maar daarover in volgende posts meer.








Thursday, June 5, 2014

Ollantaytambo

Ollantaytambo is een stad en tevens archeologische Inca-site in het Zuiden van Peru op ongeveer 60 kilometer ten Noord-Westen van Cusco. Ollantaytambo ligt op een hoogte van 2.792m (dus ook lager dan Cusco) in de Urubamba provincie. Tijdens de Inca-periode was Ollantaytambo het keizerlijke landgoed van de keizer Pachacuti die de regio veroverde. Na de verovering liet hij daar de stad bouwen en een ceremonieel centrum. Tijdens de Spaanse veroveringstochten was Ollantaytambo een bolwerk van het Inca-verzet onder leiding van Manco Inca Yupanqui. Tegenwoordig is het een belangrijke toeristische trekpleister en tevens de startplaats voor de drie of vierdaagse hike naar Machu Picchu over het Inca Trail.

De verovering van Ollantaytambo door keizer Pachacuti gebeurde rond het midden van de 15e eeuw. Met de verovering werden zowel de stad als de omliggende regio tot onderdeel van het keizerlijke landgoed gemaakt. Hij liet weelderige bouwwerken aanleggen en tevens werden uitgebreide terrassen irrigatiewerken aangelegd in de Urubamba-vallei. De stad voorzag in accommodatie voor de Inca edellieden en de terrassen werden bewerkt door Yanakuna. Yanakuna waren de slaven van de keizer. Na het overlijden van Pachacuti kwam het landgoed onder het gezag van de familie-clan.

Tijdens de Spaanse overheersing, diende Ollantaytambo als tijdelijke hoofdstad voor Manco Inca, die het verzet tegen de Spanjaarden leidde. Hij versterkte de stad in de richting van de toegangswegen vanuit Cusco, de voormalige hoofdstad die inmiddels onder controle van de Spanjaarden stond. Manco versloeg een Spaanse expeditie in 1536 op de vlakte van Mascabamba in de buurt van Ollantaytambo door vanaf de terrassen de vlakte onder water te laten lopen. De overwinning was echter van tijdelijke aard. Aangezien de positie in Ollantaytambo moeilijk houdbaar was trok Manco zich een jaar later terug in de bosrijke omgeving van Vilcabamba, waar hij zich beter kon verdedigen.

In de 19e begonnen de ruïnes de aandacht te trekken van verschillende buitenlandse ontdekkingsreizigers zoals Clements Markham, Ephraim Squier, Charles Wiener en Ernst Middendorf. Alle voorgenoemde ontdekkingsreizigers hebben hun reizen uitvoerig gedocumenteerd en beschreven en hun bevindingen ook gepubliceerd.





Sunday, June 1, 2014

Pisac

Pisac is een dorpje gelegen in de Sacred Valley aan de Urubamba rivier en staat bekend om zijn markt. De grootste markt is op zondag en trekt een groot aantal bezoekers en toeristen van nabij gelegen plaatsen waaronder Cusco. Kleinere markten zijn er op dinsdag en donderdag.

Een van de meest opmerkelijke elementen was een grote Pisonay boom (helaas heb ik hier geen goede Nederlandse vertaling voor kunnen vinden). Deze boom had een dominante plaats op het centrale marktplein maar is helaas verwoest in 2013 door onweer en blikseminslag. Het heiligdom van Huanca herbergt een heilige tempel en ligt vlakbij Pisac. Ieder jaar in September bezoekt een groot aantal pelgrims de tempel.

Het gebied is voornamelijk bekend vanwege de Inca ruïnes, beter bekend als Inca Pisac, gelegen op de top van een heuvel aan het begin van de vallei. De ruïnes liggen gescheiden in 4 groepen op de bergrug: P’isaqa, Inti Watana, Q’allaqasa en Kinchiraqay. De Inti Wantana ruïnes herbergen de Zonnetempel, baden, altaren, waterfonteinen en een Inti. De hoeken van de basis suggereren dat deze gebruikt werd om de verandering van de seizoenen te bepalen. Q’allaqasa is gebouwd op een natuurlijke uitloper van de bergrug, kijkt uit over de vallei en staat tevens bekend als de citadel.
                              
De Inca’s hebben terrassen aangelegd op de steile kanten van de heuvels. Deze werden en worden momenteel nog steeds gebruikt. De grond voor de terrassen werd met de hand naar boven gebracht om de terrassen mee te vullen. Dit aangezien de grond beneden in de vallei vele malen beter en vruchtbaarder is dan de grond op hoger gelegen delen van de heuvels. De hoge kwaliteit van de grond zorgde ervoor dat men meer voedsel kon verbouwen dan normaliter mogelijk is op deze hoogtes oplopend tot 11.000 voet (3.350 meter). De smalle rijen met terrassen die aan de voet van de citadel liggen doen, lijken volgens een sommigen op de vleugels een patrijs (pisaca in het Spaans/lokale taal). Vermoedelijk ontlenen het dorp en de ruïnes hieraan hun naam. Dit mede omdat de patrijs komt veel voorkomt in dit gebied met name in de schemering.

Met zowel militaire, religieuze als agrarische structuren was de locatie geschikt voor verschillende doeleinden. Onderzoekers gaan ervanuit dat Pisac bedoeld was om Zuidelijke toegang tot de Sacred Valley te verdedigen, Choquequirao de Westelijke toegang en het fort in Ollantaytambo de Noordelijke toegang. Over de Oostelijke kant en een mogelijke toegang via de Oostkant is helaas niets bekend. Mogelijk omdat het gebied via die kant zeer moeilijk of niet toegankelijk is. Inca Pisac controlleerde tevens en route die het Inca-rijk verbond met het verderop gelegen regenwoud.

 


















Foto's van de ruïnes in Pisac