De historie van de ontwikkeling van Kaapstad’s vooroevers and kustlijn
dateert van 1652 toen de Verenigde Oost-Indische Compagnie er een
bevoorradingsstation opzette voor de handelsvloot die heen en weer voer tussen
Nederland en de kolonies in Azie.
Tafelbaai was geen natuurlijke haven. Alhoewel deels beschermd tegen de
zomerse Zuid-Oostelijke stormen, waren de Noord-Westelijke winterstormen er de
oorzaak van dat vele schepen aan de grond liepen, veelal met tragische gevolgen
voor de bemanning. De eerste Nederlandse commandant: Jan van Riebeeck liet er
een steiger bouwen die tot lang in de 19e eeuw gebruikt werd.
Een ander saillant overblijfsel van de Nederlandse periode is het systeem van vestingwerken langs de kustlijn. Deze dienden ter verdediging van Kaapstad tegen indringers. De overblijfselen van twee van deze vestingwerken zijn: “Chavonnes Battery” (1726) en “Amsterdam Battery” (1794). Beide vestingwerken liggen aan de V&A Waterfront kustlijn. Deze vestingwerken zijn door de jaren heen uitvoerig onderwerp geweest van archeologisch onderzoek. Ze vormen een integraal onderdeel van het cultuur-historische lanschap en worden opgenomen als onderdeel in ontwikkelingsprojecten.
Een ander saillant overblijfsel van de Nederlandse periode is het systeem van vestingwerken langs de kustlijn. Deze dienden ter verdediging van Kaapstad tegen indringers. De overblijfselen van twee van deze vestingwerken zijn: “Chavonnes Battery” (1726) en “Amsterdam Battery” (1794). Beide vestingwerken liggen aan de V&A Waterfront kustlijn. Deze vestingwerken zijn door de jaren heen uitvoerig onderwerp geweest van archeologisch onderzoek. Ze vormen een integraal onderdeel van het cultuur-historische lanschap en worden opgenomen als onderdeel in ontwikkelingsprojecten.
Gedurdende eerste periode onder Britse heerschappij werden er
significante economische hervormingen doorgevoerd. Zo was er weinig tot geen
ontwikkeling van de haven en het havengebied voor 1860. Echter in juni 1858
vergingen 30 schepen door een zware storm met als gevolg dat Loyds of London
weigerde schepen te verzekeren die overwinterden in de Tafelbaai. In reactive hierop
keurde de toenmalige gouverneur van de Kaap, Sir George Grey samen met de
Britse regering in 1859 het plan goed voor de aanleg van Kaapstad’s eerste
haven.
Op 17 september 1860, kwamen zo goed als alle inwoners van Kaapstad
bijeen voor de feestelijke start van de bouw. Zijne Koninklijke Hoogheid Prins
Alfred (Koningin Victoria’s tweede zoon), legde er de eerste steen en startte
daarmee de bouw van de haven. Deze dag was een zeer feestelijke aangelegenheid
voor de inwoners van Kaapstad omdat dit voor veel bewoners een einde moest
brengen aan een periode van gevaar en ergenissen met betrekking tot de slechte
en vaak gevaarlijke omstandigheden in de haven.
De bouw van het Alfred-bekken, het eerste bekken wat aangeleged werd dat
bescherming moest bieden aan de scheepvaart, werd voltooid in 1870 en was zo
goed als meteen al te klein voor de snelgroeiende vloot. Stoomschepen hadden
inmiddels de zeilschepen vervangen en de ontdekking van goud en diamanten gaf een
enorme injectie aan de ontwikkeling van het Afrikaanse achterland. De bouw van
het tweede bekken, het Victoria-bekken, werd 35 jaar later voltooid en diende
als de toegangspoort tot Zuid-Afrika tot midden jaren ’30 (1930).
No comments:
Post a Comment