Monday, February 23, 2015

The Dooleys - James Henry Dooley

Tijdens de 19e en het begin van de 20e eeuw, voor de invoering van inkomstenbelasting en anti-trust wetgeving, hebben een groot aantal ondernemers en bankiers door het hele land enorme rijkdom vergaard. James Dooley was een van deze mensen. Hij was niet alleen actief als ondernemer/bankier, maar ook politiek waar hij actief betrokken was het opnieuw opbouwen van de economie in “the South” (Zuidelijke Staten, gelegen onder de Mason-Dixon-lijn). Dooley was als ondernemer erg actief in de spoorwegen, landontwikkeling en andere ondernemingen. James en zijn vrouw Sallie waren de centrale personen in de sociale, intellectuele en filantropische kringen in Richmond en Virginia. Tevens ontwikkelden zij een brede blik op de wereld waarvan men voorbeelden terug kan vinden in hun huis, Maymont.

James Henry Dooley wordt gezien als een van de zakelijke leiders van het “Nieuwe Zuiden”. James werd geboren op 7 januari, 1841, als de zoon van John en Sarah Dooley die naar Amerika emigreerden vanuit Ierland. John Dooley groeide uit tot een zeer succesvol hoedenmaker en was tevens oprichter en commandant van de Montgomery Guard. De Montgomery Guard was een militie van Richmonders met Ierse roots. Alle leden van de militie waren overigens vrijwilligers. Tevens waren de Dooleys vooraanstaande leden van de St. Peter’s katholieke kerk.

In 1856 ging James Dooley studeren aan Georgetown College. Georgetown College is momenteel Georgetown University, ligt in Washington DC en is een kleinere universiteit, maar een met een zeer gerespecteerde naam en reputatie. James onderscheidde zichzelf door als eerste student, alle 4 jaren van zijn studie als beste van zijn klas te eindigen. Hij studeerde af in 1860 en kort daarna sloten zowel James als zijn broer John zich aan het leger van de Confederatie (Zuidelijke Staten). Beiden sloten zich aan bij hetzelfde onderdeel, Company C, waar ook hun vader onderdeel van uitmaakte. Tijdens de slag bij Williamsburg in 1862 raakte James gewond en werd hij gevangen genomen tot augustus 1862. Ongeschikt geacht voor verdere veldslagen ging hij aan de slag bij de artillerie en kreeg de rank van majoor uit eerbied. Na de oorlog ging hij terug naar Georgetown University en rondde daar zijn masteropleiding af.

Na het afronden van zijn masteropleiding ging hij aan de slag als advocaat. Zijn sublieme capaciteiten als advocaat, ondernemer en openbaar spreker legden hem geen windeieren. In 1871 werd hij dan ook gekozen tot de Virginia Legislature (wetgevend orgaan in Virginia, omdat iedere staat afzonderlijk ook zijn eigen wetten en regels heeft naast een set van landelijke regels aangezien veel zaken op lokaal niveau geregeld worden). Hij werkte voor de Virginia Legislature van 1871 – 1877.

Zakelijk ging het James Dooley voor de wind. In 1880 werd hij lid van de Board van Richmond and Danville. Richmond and Danville focuste met name op het (her)bouwen en linken van kleine verspreide spoorwegen. Het netwerk strekte zich uit tot diep in het Zuiden. Verder investeerde James Dooley in de Sloss-Sheffield Iron and Steel Company alsmede andere bedrijven in de Birmingham (Alabama) regio. Birmingham ligt op ongeveer 1.100 kilometer van Richmond. Tevens trad hij aan als director van de Chesapeake and Ohio (spoorweg) e.n was hij als als investeerder betrokken bij een groot aantal andere ondernemingen in de regio waaronder enkele banken.

Als burgemeester realizeerde hij een groot aantal projecten tussen 1870 en 1920 en overleed uiteindelijk op 16 november 1922 in het Grace Ziekenhuis op 81-jarige leeftijd. Eerst werd hij begraven bij de voormalige soldaten van hetzelfde legeronderdeel op de Hollywood begraafplaats. Zijn lichaam werd later opgegraven en bijgezet in het Mausoleum op het Maymont landgoed. Door zijn nalatenschap en de verdeling daarvan werd hij een van de grootste weldoeners in Richmond. Zo liet hij 3 miljoen dollar na aan het St. Joseph weeshuis wat op dat moment de grootste erfenis ooit was ontvangen door een Rooms-katholieke liefdadigheidsinstelling in de Verenigde Staten. Tevens liet hij Maymont na aan de stad Richmond en na haar dood liet Sallie May Dooley een half miljoen na aan de Richmond Public Library ter nagedachtenis aan haar man.

No comments:

Post a Comment